In de rubriek Vana Grimoire delen we tips en achtergrondinformatie over onder andere de heidense jaarfeesten, recepten, mythologieën, geschiedenis en andere wetenswaardigheden over onderwerpen die samenhangen met onze evenementen. Vandaag meer over het magische wezen de eenhoorn.
De laatste jaren is de eenhoorn steeds populairder geworden in de popcultuur. Bijna alles wat je kunt verzinnen is al wel gemaakt in eenhoorn stijl: sokken, kleding, zeep, ontbijtgranen, confetti en ga zo maar door…
Maar het magische wezen gaat natuurlijk veel verder terug in de tijd. De eerste keer dat de eenhoorn beschreven werd, was al in het jaar 400 voor Christus. De Griekse historicus Ctesias schreef over een dier ter grootte van een paard, met een wit lijf, een paars hoofd en blauwe ogen. Op zijn voorhoofd zou het dier een hoorn hebben met de kleuren rood, zwart en wit. Het Latijnse woord voor ‘het hebben van één hoorn’ is unicornis, waar het Engelse woord unicorn vandaan komt. Het dier was Ctesias had gezien was in alle waarschijnlijkheid een neushoorn.
Toch zou er een diersoort zijn geweest, die doet vermoeden dat een eenhoorn echt heeft bestaan: de Siberische eenhoorn (Elasmotherium). Dit dier zou rond hebben gelopen lang voordat mensen de aarde bevolkten. Uit recente studies blijkt echter dat deze dieren rondliepen in dezelfde tijd als de harige neushoorn en de mammoet. Dat zou betekenen dat onze voorouders het dier wel gezien kunnen hebben. Zou daar de mythevorming verder zijn ontstaan?
Door de eeuwen heen
Ook tijdens de middeleeuwen geloofde men nog altijd in het bestaan van eenhoorns. Ze stonden beschreven in bijna ieder bestarium - een soort encyclopedie met alle diersoorten. Omdat het dier bekend stond als magisch en strijdlustig kon het echter maar op één manier gevangen worden: Door een maagd op zijn pad te plaatsen. De eenhoorn zou dan zijn hoofd in haar schoot leggen en gaan slapen. Vervolgens kon een jager dan zijn kans grijpen.
Zie je het al voor je? Allemaal jagers die met hordes maagden de bossen in gaan om een eenhoorn te vangen.
Toch bleken deze jachten vruchtbaar te zijn, want er waren in die tijd veel eenhoorn hoorns in omloop. Er werd geloofd dat de hoorn magische krachten bezat. Tussen culturen en verhalen verschillen deze krachten nog wel eens, maar iedereen was het er over eens dat de hoorn genezende en helende magie bevatte.
Maar waar kwamen deze hoorns echt vandaan? We weten dat de Griek Ctesias een neushoorn had gezien, maar er is een ander dier met een hoorn wat nog veel meer tot de verbeelding spreekt: de narwal.
De echte jagers zochten op het Noordelijk Halfrond in de buurt van de Noordpool naar deze kleine walvis met een hoorn op zijn hoofd. Deze hoorn kan tot wel drie meter lang worden. Dankzij deze jagers heeft de narwal tegenwoordig de bijnaam ‘eenhoorn van de zee’.
In sommige musea over de middeleeuwen zijn nog steeds eenhoorn hoorns te vinden. Hier staat nu een kleine notitie bij dat het inderdaad om de hoorn van een narwal blijkt te gaan.
Nationale dier
Ook de Keltische mythologie is zeer lovend over het gehoornde dier. De eenhoorn wordt er gezien als een symbool van zuiverheid, moed en kracht. Het is Schotlands nationale dier. In de twaalfde eeuw deed de eenhoorn zelfs zijn intrede op het Schotse Koninklijke wapen en volgde er later een gouden munt waar het dier op afgebeeld stond.
Nog steeds vind je de eenhoorn overal in Schotland, vaak is hij afgebeeld in kastelen, paleizen en kathedralen. De Schotten houden zo van het mythische wezen dat ze 9 april hebben uitgeroepen tot Nationale dag van de Eenhoorn.